Paarsgewijs vergelijken vindt zijn oorsprong in de wet van Thurstone (Law of comparative judgment, 1927). Die stelt dat mensen beter en betrouwbaarder zijn in het vergelijken van twee producten en in het aanwijzen welke meer of beter is, dan in het toekennen van absolute scores aan een enkel product.
Bij paarsgewijs vergelijken krijg je steeds twee producten gepresenteerd waarbij je moet beoordelen welk product je beter vindt. Doordat diverse beoordelaars een vergelijking maken, wordt uiteindelijk de positie van de producten op de rangorde bepaald. Hierbij vindt een samenspel plaats van alle criteria en dit maakt de beoordeling weloverwogen en dus betrouwbaar.
Het genereren van de paren is in Kwizl compleet willekeurig, dus niet adaptief. Adaptief wil zeggen dat de informatie van elke vergelijking wordt gebruikt om de volgende paren samen te stellen. Dit heeft als voordeel dat er minder vergelijkingen per product nodig zijn om tot een stabiele rangorde te komen. Er zijn echter twijfels over de betrouwbaarheid van deze methode, omdat de uiteindelijke rangorde sterk afhangt van de eerste vergelijkingen die zijn gedaan. Producten die aan het begin van het vergelijkingsproces (ten onrechte) zijn aangemerkt als slechtste, komen moeilijk nog in de top van de rangorde.
Kwizl gebruikt een random algoritme waarbij uiteraard wel rekening gehouden wordt met het aantal keer dat een product is vergeleken. Leerlingen krijgen hun eigen werk nooit te zien, uit onderzoek blijkt namelijk dat ze dit in een vergelijking bijna altijd als beste kiezen.
Bij paarsgewijs vergelijken in Kwizl is het tevens mogelijk om de leerlingen elkaar feedback te laten geven. Door het geven van feedback leren leerlingen kritisch het werk van medeleerlingen evalueren, waarbij ze verwoorden waarom iets goed of minder goed is en wat mogelijke verbeterpunten zijn. Op deze manier ontwikkelen ze evaluatievaardigheden, die ook nodig zijn om de kwaliteit van hun eigen werk in te schatten en te reguleren. Daarnaast ontvangt iedere leerling feedback op zijn eigen werk, waarmee hij inzicht krijgt in waar hij op dat moment staat in zijn ontwikkeling. Deze feedback kan hij vervolgens gebruiken om zijn werk te verbeteren. Deze wisselwerking tussen leerlingen leidt niet alleen tot betere prestaties, maar ook tot een verhoogde motivatie.
Wil je cijfers toekennen, dan kun je een aantal werken waarderen met een cijfer. Beoordeel zeker het hoogst gewaardeerde en het laagst gewaarde werk en bepaal waar ergens de voldoende zit. Kwizl rekent de andere cijfers uit op basis van jouw input.
Iedere opdracht waarmee leerlingen een unieke tekst produceren is geschikt voor deze werkvorm. Je kunt hem ook inzetten voor een tussenstadium, bijvoorbeeld de inleiding, een mooiste alinea. Kies er bij het klaarzetten voor dat je het nakijken pas begint als jij dit vrijgeeft; zo zal ieders werk meegenomen worden in de vergelijkingen.
Het is niet per se noodzakelijk dat er een beoordeling komt; de waarde zit in:
Het is heel verleidelijk om deze opdracht iedere schrijfles in te zetten. Doe dat niet, waak voor 'vergelijkingsmoeheid', zeker als meerdere vakken op jouw school met Kwizl werken.